|
||
91. | De imaginaire getallen worden meetkundig voorgesteld door de punten van een getallen„halflijn”, als we met reken- kundige imaginaire getallen te doen hebben; door de punten van een getallen„lijn” als we met algebraïsche imaginaire getallen te doen hebben. Een bepaald punt O geeft het getal nul weer; is OB gelijk aan de lengte-eenheid, dan komt B met het getal overeen.
|