Maalteken
Vermenigvuldigen vinden we zo vanzelfsprekend dat we het maalteken soms weglaten.
Voorbeeld 1
De berekening 4 × 7 = 28 kun je ook schrijven als
omdat een haakje een impliciete vermenigvuldiging is.
Voorbeeld 2
De berekening 23 × e × π = 196,4138… kun je ook schrijven als
omdat letters altijd een vermenigvuldiging impliceren.
Voorbeeld 3
De berekening 2√2 × 2√2 = 8 mag je uitrekenen als
omdat een wortelteken een impliciete vermenigvuldiging is.