Maeckes logo

<    1      2    >


Minteken

Bij een minteken (–) denken we altijd meteen aan aftrekken en negatieve getallen. Dat is niet verkeerd, maar er zit nog meer achter.

 


Aftrekken

De berekening

5 – 2 = 3

is duidelijk. Het wordt iets moeilijker bij

2 – 7 = –3

want daarbij ontstaat een negatief getal. Nog een beetje lastiger is

5  – (–2) = 7

omdat we hier een basisregel moeten gebruiken

 + + = + 
 + – = –
 – + = –
 – – = +

 


Breuken

Wat nu te denken van

0,5 = 2−1

Daarbij ontstaan helemaal geen negatieve waardes, en toch gebruiken we een minteken. Voor veel mensen is dat verwarrend. Je had ook een breuk mogen schrijven

We zien hier dat getallen met negatieve exponenten niets anders zijn dan breuken, want

Het komt door de decimale getallen waarmee we werken.

 


Imaginaire getallen

Voor de omgekeerde van de imaginaire eenheid geldt

i –1 = –i

Dat kan alleen omdat i geen reële waarde heeft.

 


Inverse functies

Het minteken wordt ook gebruikt bij inverse functies. De notatie hiervoor is

f (x) met de inverse  f −1(x)

Zo is

sin−1     voor de inverse sinus
sinh−1   voor de inverse hyperbolische sinus

inmiddels gebruikelijk. Op rekenmachines is dit erg handig.

 


Geschiedenis

De Duitse wiskundige Johannes Widmann (1460 - 1498) heeft het plusteken en het minteken ingevoerd.


العربية   Deutsch   English   Español   Français   中文   Русский