fx-82MS fx-82EX
(–)
Op een Casio rekenmachine kun je een minteken ingeven
(−)
Voorbeeld 1
Bereken 5 × −2 = −10
5 × (−) 2 = 5×-2
-10.
Voorbeeld 2
Bereken 2−1 = 0,5
2 ∧ (−) 1 = 2^-1
0.5
Voorbeeld 3
Sla de waarde −123 in variabele A op
(−) 1 2 3 RCL A -123→A
-123.
Voorbeeld 4
Bereken cos-1(−1) = π
cos (−) 1 = cos-1 -1
3.141592654
Voorbeeld 5
Bereken (−2)4 = 16
( (−) 2 ) ∧ 4 = (-2)^4
16.
Als een berekening een negatief getal als argument heeft, moet dit negatieve getal tussen haakjes gezet worden.
Voorbeeld 6
Het minteken kan niet gebruikt worden om af te trekken
2 (−) 1 2-1_
0.= Syntax ERROR
AC
Voorbeeld 7
Bereken 2 − − 1 = 3
2 − (−) 1 = 2− -1_
3.
Voorbeeld 8
Bereken 3 × 5 × 10−9 = 1,5 × 10−8
3 × 5 EXP (−) 9 = 3×5E-9
1.5×10-08